Wetboek-online maakt gebruik van cookies. sluiten
bladeren
zoeken

Jurisprudentie

BB2198

Datum uitspraak2007-08-16
Datum gepubliceerd2007-08-23
RechtsgebiedAmbtenarenrecht
Soort ProcedureVoorlopige voorziening
Instantie naamCentrale Raad van Beroep
Zaaknummers07/4232 AW-VV
Statusgepubliceerd


Indicatie

Afwijzing verzoek voorlopige voorziening. Omstandigheid dat de aangevallen uitspraak naar het oordeel van verzoeker niet in stand zal blijven is onvoldoende grondslag om spoedeisend belang aan te nemen.


Uitspraak

07/4232 AW-VV Centrale Raad van Beroep PROCES-VERBAAL van de mondelinge uitspraak op 16 augustus 2007 van de voorzieningenrechter van de Centrale Raad van Beroep inzake het verzoek van: het College van burgemeester en wethouder van de gemeente Eindhoven (hierna: verzoeker) in verband met het hoger beroep van: verzoeker tegen de uitspraak van de rechtbank ‘s-Hertogenbosch van 22 mei 2007, 06/3534 (hierna: aangevallen uitspraak), in het geding tussen: [Betrokkene], en verzoeker De beslissing luidt: Wijst het verzoek van verzoeker om voorlopige voorziening af; Veroordeelt verzoeker in de proceskosten van betrokkene, begroot op € 322,-- aan kosten van door mr. R.G.A.M. Theunissen verleende rechtsbijstand en op € 24,32 aan reiskosten, te betalen door de gemeente Eindhoven. Deze beslissing is als volgt gemotiveerd. 1. Bij de aangevallen uitspraak heeft de rechtbank het beroep gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en bepaald dat verzoeker een nieuwe beslissing dient te nemen op het bezwaar tegen het besluit van 25 juli 2005, waarbij het aan betrokkene verleende voorwaardelijke strafontslag ten uitvoer is gelegd. 2. De voorzieningenrechter stelt vast dat de aangevallen uitspraak - anders dan verzoeker stelt - niet zonder meer tot herstel van het dienstverband met en het hervatten van de werkzaamheden voor betrokkene noopt. Ingevolge die uitspraak moet verzoeker een nieuwe beslissing nemen op het bezwaar van betrokkene tegen het besluit tot tenuitvoerlegging van het strafontslag. De rechtbank heeft volstaan met een vernietiging van het bestreden besluit wegens een motiveringsgebrek. In de overwegingen heeft de rechtbank ruimte gelaten om het ontslag wederom te handhaven. 3. Volgens vaste rechtspraak vormt de enkele omstandigheid dat de aangevallen uitspraak naar het oordeel van verzoeker niet in stand zal kunnen blijven, op zichzelf onvoldoende grondslag voor het oordeel dat een spoedeisend belang tot het treffen van een voorlopige voorziening aanwezig is. 4. Voorts kan niet worden ingezien dat de uitvoering van de aangevallen uitspraak leidt tot voor verzoeker (en zijn organisatie) onoverkomelijke (waaronder begrepen: financiële) problemen of onverantwoorde risico’s, ook niet indien het hoger beroep van verzoeker doel treft en het ontslagbesluit in stand wordt gelaten. 5. Gegeven het vorenstaande wordt het verzoek wegens gebrek aan spoedeisend belang afgewezen. Waarvan proces-verbaal. Utrecht, 16 augustus 2007 (get.) H.A.A.G. Vermeulen (get.) G.M.G. Hink Voor eensluidend afschrift de griffier van de Centrale Raad van Beroep SG